Dit tekstje werd geschreven door Manon Van Kerckhoven, student kinesitherapie in Leuven, op stage in Tapori in februari en maart 2022.

Het is hier nog stil. De vogels zijn wakker, de zon komt op. Ik weet dat Anita (de kleuterjuf in Tapori) al klaar zit om ons te verwelkomen. Vandaag krijg ik de eer haar te helpen met het wassen van een 30 jarig meisje: Rosita. Ik zeg “meisje” omdat ze de mentale leeftijd heeft van een kleuter. Een nieuwe ervaring. Voor alles een eerste keer. Rosita geniet van dit hele gebeuren. Daar doe ik het voor. Dat ene kleine glimlachje van geluk. Fris en monter zijn we klaar voor de dag.

De andere kinderen komen één voor één binnen. Het weer is ideaal. Niet te warm. Niet te koud. Perfect shortjes-weer zou ik zeggen. Maar ik twijfel aan mijn eigen weerbericht wanneer ik de kleren van elk kind bekijk: Muts, sjaal, winterjas. Ben ik gek aan het worden? Of spreken we hier gewoon over een cultuurverschil? Ik voel me een toerist

Vandaag mag ik werken met Patricio (de kinesist). Tussen de patiënten door vindt hij het heel leuk mij typische Ecuadoraanse kost te laten proeven. Ik klaag niet. Het is amper 10 uur en ik mag al genieten van een “quimbolito”. Dat is lekkere cake die gestoomd wordt in een groen blad.

 

In de namiddag maken we een parapodium en een stoeltje uit karton met behulp van zelfgemaakte lijm. Indrukwekkend project: Met zo weinig middelen iets maken dat zoveel waarde heeft. Dat noem ik kunst.

De werkdag zit er op en Tapori loopt stilaan leeg. Ik stap de mooie, met zonnebloemen gekleurde poort uit en roep de laatste personen in mijn gezichtsveld nog een ‘buenas tardes’ toe. Zo gaat dat hier, je loopt geen persoon voorbij zonder iets te zeggen. Daar zouden we in België nog iets van kunnen leren. Mooi. In de straten bruist het Ecuadoraanse leven. Vandaag is het een geluksdag, de bus staat klaar. Alsof de buschauffeur wist dat ik nu net de poort zou buiten wandelen.

Op de hobbelende weg naar huis, Zambiza, heb ik moeite om mijn ogen open te houden. Maar iets trekt mijn aandacht: De bus stopt, maar in plaats dat iemand de bus opstapt en 35 cent betaalt voor een rit, stapt de geldontvanger van de bus af en hij betaalt iets aan een jongeman die onder een afdakje staat?

Ik vraag aan Inge wat dat betekent. Maar het is een raadsel dat we van haar zelf moeten proberen uit te zoeken. En als we het vinden, winnen we een ijsje. Het heeft iets te maken met minuten en tijd, maar ik snap er niks van.

Geluksdag, ik mag vanavond nog een bananencake maken. Bakken is mijn passie, en de cake wordt ook nog eens geapprecieerd. Tot morgen, misschien wel een nieuwe dag vol geluk…

Manon.